);

Als je kind laat praat

Als je kind laat praat

Elke ouder is trots als hij zijn kind ziet ontwikkelen. Ik betrap me er zelf vaak op dat ik Tijn vergelijk met leeftijdsgenootjes en mijn vergelijking is dan niet altijd even objectief. Tijn praat minder dan zijn leeftijdsgenoten en hoewel ik hem steeds verder zie ontwikkelen en me hier totaal geen zorgen over maak, vinden anderen dat Tijn ‘achterloopt’ in vergelijking met leeftijdsgenootjes. Zij praten blijkbaar beter en meer. Hoe ik ermee omga, lees je in dit blog.

 

Het gemiddelde lijntje

Als eerste wil ik wat frustratie delen over de manier waarop veel hulpverleners hiernaar kijken. Ik denk dat veel ouders me herkennen als ik alleen ‘het gemiddelde lijntje’ noem. Een kind moet vanaf het allereerste begin zich ontwikkelen volgens het boekje. Daar zit wel wat flexibiliteit in, maar als een kind voor een bepaalde leeftijd niet praat of op een bepaalde manier reageert, maken hulpverleners zich al snel zorgen. Maar elk kind is anders en ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Het valt me op dat wanneer ik met ervaren ouders (vaak mensen in de generatie boven mij) het weinig praten van Tijn bespreek ze allemaal zeggen dat dat wel goedkomt. Hun advies is vooral: “Geniet er maar van, straks tettert hij de oren van je hoofd.” Daar geloof ik ook heilig in, omdat Tijn’s ontwikkeling niet stilstaat, maar constant vooruitgaat. Mijn moedergevoel zegt daarom ook: ‘Laat hem toch lekker kind zijn en dan komt het praten vanzelf.’

Overigens vind ik dat Tijn zich naar mij prima verstaanbaar kan maken en zoals ik Tijn ken, vindt hij dat zelf ook. Ik snap voor buitenstaanders wel dat ze zijn spraak lager inschatten, ten eerste omdat hij tegen onbekende mensen weinig praat, vanwege verlegenheid denk ik. Ten tweede moet ik zijn woorden tegenover anderen vaak ‘ondertitelen’. Als hij om een snoepje vraagt, kan ik dat prima verstaan, maar hij zegt dan iets dat lijkt op “Noepie”. Tijn vraagt ook regelmatig om de telefoon en dan zegt hij ‘Heelo”. Floris en ik zeggen dan standaard “Hallo” terug, maar we weten heel goed waar hij eigenlijk om vraagt. Ik denk dat elke ouder met zijn peuter zo een soort van eigen taaltje ontwikkelt.

 

Onderzoek

In ons geval, kwam de opvang met het idee om voor Tijn VVE (Voor- of Vroegschoolse Educatie, ik zal hierover uitleggen wat dat is) aan te vragen, omdat hij toen hij bijna twee was nog niet praatte. Met die boodschap zijn we naar het consultatiebureau gegaan, omdat je van de GGD goedkeuring moet hebben voor VVE. Het consultatiebureau stelde ook voor om een onderzoek in te stellen naar de reden dat Tijn nog niet praat. Dit kan namelijk verschillende oorzaken hebben; een medische oorzaak, weinig taalaanbod of een taalontwikkelingsstoornis. Er kan ook geen aanwijsbare oorzaak zijn; dit komt bij 10 – 15 % van de tweejarigen voor. Voor Tijn moest eerst uitgesloten worden dat er geen medische oorzaak was en daarom kreeg hij een gehoortest. Als ouders hadden we al lang gemerkt dat Tijn alles prima hoort en begrijpt, maar dat moet dan toch officieel vastgesteld worden. De eerste keer liet Tijn het niet toe dat iemand in zijn oor keek en kon de gehoortest niet volledig uitgevoerd worden. Toen we terugkwamen gedroeg Tijn zich voorbeeldig en uit de gehoortest bleek dat Tijn hooguit Oost-Indisch doof is. Zijn ontwikkeling lag net iets onder het gemiddelde, maar was niet iets om ons zorgen over te maken. Eind goed, al goed, zul je denken…

» Lees ook: tips voor snellere taalontwikkeling bij kind

 

Logopedie

Maar het ligt toch iets genuanceerder. Omdat Tijn iets achterloopt in zijn spraakontwikkeling, werd VVE en logopedie aangeraden. We hadden wat gedoe rondom het organiseren van VVE en startten daarom eerder met logopedie. Hier gaat Tijn inmiddels al meer dan een jaar naartoe. Elke maandag zo’n 20-30 minuten zijn Tijn en papa van de partij. Waar de logopedist in het begin heel prettig met ons meedacht en goede tips gaf, is ze daar nu een beetje doorheen en qua ontwikkeling van Tijn die ze waarneemt maakt ze zich wat zorgen. Tijn voldoet simpelweg niet aan ‘het gemiddelde lijntje’. Vervelend voor ons als ouders is ook dat Tijn bij de logopedie minder laat zien dan wat hij kan. Hij vertikt het gewoon, keer op keer. Als Floris dan zegt dat hij iets al kan en daar thuis een filmpje van maakt, wil de logopedist het met eigen ogen zien. Daardoor zijn testresultaten van Tijn naar mijn idee niet-kloppend en worden er verkeerde of naar mijn idee zelfs onnodige interventies ingezet voor Tijn. Het zou naar mijn idee voor Tijn wat rust geven als hij niet elke maandag naar de logopedie moest en op dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag naar de VVE. Maar ik wil achteraf geen schuldgevoel hebben over ‘had ik maar wel logopedie en VVE ingezet’ als Tijn daadwerkelijk een achterstand oploopt waar hij last van krijgt.

Het motto ‘Baadt het niet, dan schaadt het niet’ is hier dus toepasselijk. Overigens kwam de logopedisch laatst met een voorstel dat vooral bij mij in het verkeerde keelgat schoot; ze stelde een cursus ‘Communiceren met je kind’ voor, voor Floris en mij als ouders. Toen Floris dat nieuws aan mij moest overbrengen, moest ik me eerst even vasthouden, volgens hem. Toen ik het hoorde, verslikte ik me eerst in mijn slok drinken, waarna we er samen smakelijk om hebben gelachen en vervolgens de logopedist hartelijk hebben bedankt voor dit aanbod. “Zo moet je het niet zien…” met een hele uitleg erbij was haar antwoord.

 

Voor- en vroegschoolse Educatie

Deze afkorting heb ik inmiddels meerdere keren erin gegooid, maar wat is precies Voor- en vroegschoolse Educatie (VVE). Toen deze term voor het eerst viel, heb ik ernaar gegoogled en kort samengevat is het een programma om taal en spraak spelenderwijs gezamenlijk met anderen kinderen te stimuleren.

Ik schrok me wild toen ik dit vond: “De indicatiecriteria kijken naar de opleiding van de ouders en hoeveel er thuis wordt gepraat en voorgelezen.” Dus zo’n label krijgt Tijn dus met een VVE-indicatie was mijn eerste gedachte. Dit heb ik ook gedeeld met de mentor van Tijn van de kinderopvang en natuurlijk was haar antwoord: “Zo moet je het niet zien…” Maar als onderwijsprofessional weet ik wel beter. Als ik nu Tijn naar de opvang breng, voelt het alsof ik een post-it met ‘Ik lees mijn kind niet voor’ op mijn voorhoofd heb en ik moet eerlijk gezegd niet aan de ‘warme overdracht’ van de kinderopvang naar de basisschool denken. En dat terwijl we vanaf dat Tijn baby is hem elke avond voorlezen.

Hij had er lang geen interesse in, maar gelukkig is tegenwoordig zijn interesse gewekt en is het voorleesmoment een heerlijk momentje samen om de dag af te sluiten. Zijn spraakontwikkeling gaat sinds dat hij naar de groep 3 tot 4-jarigen gaat ook met sprongen vooruit. Hulpverleners zullen altijd zeggen dat VVE zijn werk doet, maar we weten niet hoe Tijn ontwikkeld zou zijn als hij geen VVE had gehad en elke vrijdagochtend peutergym, waar hij eerder met veel meer plezier naartoe ging… Juist om deze reden, vraag ik me af of ‘Baadt het niet, dan schaadt het niet’ daadwerkelijk opgaat. Zelf ben ik namelijk meer van de positieve psychologie en het focussen op de dingen die wél goed gaan of die een kind wél leuk vindt. Als ik sommige leeftijdsgenoten van Tijn grof- en fijnmotorisch zie stuntelen, vraag ik me wel eens af waarom hulpverleners zich alléén zorgen maken om taal en spraak. Of dat is selectieve perceptie van mij…

 

Taal en spraak stimuleren

Wat kun je als ouder doen om de taal en spraak te stimuleren bij je kind? Inmiddels heb ik meerdere tips hiervoor gekregen, hoewel ze allemaal onder de noemer ‘normaal communiceren’ vallen.
De eerste tip is voorlezen, voorlezen, voorlezen. Boekjes en plaatjes stimuleren de taalontwikkeling van een kind en denk maar terug aan je eigen kindertijd: het is heerlijk om naar een verhaal te luisteren. Daarnaast doe je op deze manier iets samen met je kind en dat is sowieso quality time. Benoem wat je ziet op de plaatjes en stel je kind vragen erbij. Eerst vraag je naar (ant)woorden die je kind zeker kent, daarna introduceer je nieuwe woorden, synoniemen en associaties. Tijn slaat hier zelf een beetje in door overigens. Doet Tijn een taaltoets, dan merk ik dat hij heel veel associeert en zo al wat stappen verder is dan wat de taaltoets eigenlijk wil horen. Staat er een zon getekend, dan roept Tijn al “Regen!” en “Nat, bah!” Loop ik met Tijn de trap af, zeg ik “Voorzichtig zijn” waarop Tijn denkt “Vallen” en hij antwoordt met:“Au!”.
Bij elk activiteit die jullie samen ondernemen, benoem je alles wat je ziet, denkt of gaat doen en lok je je kind uit om ook dingen te benoemen.

Tijn wees eerder iets aan als hij iets wilde, bijvoorbeeld naar de koektrommel in de kast. Op dat moment kon hij nog niet “Koekje” zeggen of iets dat daarop leek, dus heb ik ooit wel een kwartier met hem gezeten en ik wachtte totdat hij het woord uitsprak. De eerste keer mondde dat uit in frustratie zowel bij Tijn als bij mij en toen ik uiteindelijk vroeg: “Wil je een koekje?” was zijn opgeluchte antwoord: “Ja!” Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan, is duidelijk zijn motto – en eerlijk gezegd ben ik het helemaal met hem eens.

» Lees ook: communiceren via babygebaren

 


Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo

Ik ben heel benieuwd hoe ik over een aantal jaar, als dit proces allemaal voorbij is en Tijn me de oren van mijn hoofd praat, hierop terug zal kijken. Vooralsnog voelt de keuze voor VVE en logopedie als de juiste, maar ik hoop niet dat ik er achteraf spijt van krijg. Als ouders hebben Floris en ik toch ook het gevoel heb dat we Tijn wat minder kind laten zijn en hem daarmee op dit moment minder gelukkig maken. Hulpverleners zullen dat anders benaderen, omdat gelukkig zijn volgens hen minder prioriteit heeft dan ontwikkelen. Na mijn pleidooi hierboven gaat misschien voor hulpverleners wel op: “Zo moeten jullie het niet zien!”

 

als je kind laat praat

Doe dingen samen met je kind en benoem alles wat je ziet en doet. Hier bij Burgers Zoo in Arnhem en in het Nijntje Museum in Utrecht (aanraders!); visjes kijken en gezellig samen een kleurplaat maken. Vind iets wat je kind leuk vindt en hij zal erover praten

 

liedjes zingen om taal te ontwikkelenvoorlezen om taal te ontwikkelen

Liedjes zingen en voorlezen om taal te ontwikkelen.

 

Zonder woorden

“Kruip wat dichter bij elkaar, geef elkaar een pakkerd,
als opeens van binnenuit de liefde volop flakkert.
Vind je niet de woorden om haar alles uit te leggen,
Geen nood, het lijf kan af en toe de mooiste zinnen zeggen.”

Gedicht is van Toon Hermans en zeer toepasselijk

 

Op vakantie met jonge kids: do's en don'ts

Op vakantie met jonge kids: do's…

Het is vakantietijd en velen zijn op vakantie of al terug van vakantie, maar vakantie is als het goed is een steeds terugkerend begrip. Daarom…

In 365 dagen naar een slanker lichaam

In 365 dagen naar een slanker lichaam

Inmiddels is het alweer een half jaar geleden dat ik ben bevallen van Roos. Wat vliegt de tijd! Ik ben al een tijd bezig om mijn ‘normale’…

Hoe bereid je je kind voor op de komst van een baby?

Hoe bereid je je kind voor op de…

Ons gezin is afgelopen januari uitgebreid met een tweede kindje genaamd Roos. In deze blog schrijf ik over hoe je je eerste kindje kunt voorbereiden…

Ik ben Suzan, 30 jaar en wonend in Enschede samen met mijn man Floris, hond Blitz en katten Otto en Smurf. Sinds 23 november 2018 hebben we een nieuw gezinslid: zoon Tijn. Ik werk als hogeschooldocent (onderzoeksvakken) en daarnaast bij de vrijwillige politie, waar ik op dit moment een avondopleiding voor volg aan de politieacademie in Drachten. Mijn hobby’s zijn skeeleren, volleybal en reizen, maar ik heb al ontdekt dat daar nog weinig van komt met een kleine... Mijn motto is: 'Bad decisions make good stories'. Dus ik maak óf goede beslissingen óf hele goede verhalen wink

 

Reacties 0

This thread has been closed from taking new comments.